E nummers
Het boekje Alle Europese e nummers heb ik gekocht bij Goede Waar en Co, de
vroegere Alternatieve Konsumenten Bond. Toevoegingen die toegestaan zijn in
biologisch voedsel moeten van natuurlijke oorsprong zijn. Toevoegingen in
kindervoeding moeten aan strengen eisen voldoen. Op vrijwel elke pot of pak in de
supermarkt kom je E nummers tegen.
Wat zit er in, vraag je je dan af. Ik wil deze week een aantal van die E nummers
gaan behandelen en begin bij de Additieven. Additieven zijn toevoegingen die aan
voedingsmiddelen worden toegevoegd. Sommige hebben geen E nummer omdat het
oplosmiddelen zijn die gebruikt worden om bijv. kleurstoffen te kunnen verdunnen
en aromastoffen te onttrekken. Aroma’s, de grootste groep hoeft niet onder een E
nummer vermeld te worden. Het zijn vaak mengsels van stoffen van natuurlijke herkomst
zoals plantenextracten. Sinds 1990 moeten alle bewerkte voedingsmiddelen en niet
alcoholische dranken een lijst van ingrediënten bevatten, die naar gewicht op de verpakking
staat. Dus het meest eerst. Toevoegingen kunnen vrij laag op de lijst staan omdat ze in kleine hoeveelheden worden gebruikt.
Voedselovergevoeligheid is iets dat steeds meer voor komt en kan te wijten zijn aan de
toevoegingen. Er zijn 5 groepen additieven die die gevoeligheid kunnen veroorzaken en
dat zijn: glutaminaten, vanilline, benzoaten, de azo kleurstof tartrazine en sulfaten.
Uit onderzoek is gebleken dat 1 op de 1000 mensen gezondheidsproblemen kunnen
krijgen door toevoegingen in het eten.
Om te kunnen herkennen uit welke groep de kleurstoffen komen schrijf ik hieronder
waaraan je iets kunt herkennen.
B biologisch, toegestaan in biologische voeding. Echter is E 414 het enige additief met het EKO keurmerk. D dierlijk, G via gentechnologie gemaakt, K toegestaan in voeding voor baby’s en gezonde kinderen onder 3 jaar. N van natuurlijke herkomst, n synthetisch gemaakt maar chemisch gelijk aan een natuurlijke stof, S synthetisch.
E 100 tot E 180 zijn de kleurstoffen en die wil ik vandaag gaan bekijken.
Hoewel voedingsmiddelen geen kleurstof nodig hebben, worden ze gebruikt om
het eten aantrekkelijker te maken. Bijvoorbeeld vla die eigenlijk blank is maar
door kleuring geel wordt gemaakt.
De gele kleurstoffen bestaan uit:
E 100 geelwortel N E 101 i vitamine B2, melk, gentech micro-organismen G n D E 101 ii wordt uit 101i gemaakt E 102 tartrazine, ongunstige reacties vaker dan bij welke andere S kleurstof dan ook E 104 chinoline geel S E 110 zonnegeel S
Rode kleurstoffen:
E 120 karmijnzuur, Onttrokken uit gedroogde achterlijven van D n vrouwelijke schildluizen, kan ook van bacteriën afkomstig zijn E 122 azorubine S E 123 amaranth S E 124 cochenille rood a S E 127 erytrosine S E 128 rood 2 g S E 129 allurarood ac S
Blauwe kleurstoffen:
E 131 patentblauw S E 132 indigokarmijn S E 133 briljantblauw S
Groene kleurstoffen:
E 140 chlorofylen, afkomstig van groene planten, spinazie, gras en N franse klaver E 140 i hetzelfde als boven E 140 ii hetzelfde als E140 E 141 kopercomplexen van chlorofylen n E 141 i hetzelfde als boven E 141 ii hetzelfde als E 141 E 142 groen S
Bruine en zwarte kleurstoffen:
E 150a karamel C, maïs N E 150b alkali-sulfietkaramel, mais Sulfiet hindert de opname van G S vitamine B1.Kan een ernstige bedreiging vormen voor mensen met astma E 151 briljantzwart S E 153 koolstof, natuurlijk houtskool, oa verkregen door verbranding van plantaardig afval C D N E 154 bruin fk S E 155 bruin ht S
Plantenextracten kleurstoffen:
E 160a caroteen mogelijke herkomst, algen, palmolie, wortel en G N gefermenteerde maïs. Maïs kan gentech zijn. E 160a i gemengd caroteen G N E 160a ii beta carotene G n E 160b annatto, herkomst, annatto zaden. Kan via gentech micro G N organismen gemaakt worden. E 160c paprika extract N E 160d antioxidant uit tomaat, kan via gentech gemaakt worden. G N E 160e beta-apo-8’carotenal N n E 160f ethylester van beta apo 8' N n E 161b luteïne geel, eidooier echter meestal afkomstig van algen D N of brandnetel. E161c cantaxanthine, schaaldieren en flamingoveren D N n E 162 bietenrood N E 163 anthocyaninen – bereid uit druiveschil, bessen, rode N groenten, vruchten en hibiscusbloem
Oppervlakte kleurstoffen:
E 170 calciumcarbonaten, antiklontermiddel en antiaanbakmiddel B K N E 170 i calciumcarbonaat, kalk B K N E 170 ii calciumcarbonaat, kalksteen BK N E 171 titiaandioxide N E 172 ijzeroxiden geel, rood en zwart N E 173 aluninium, gebruik beperkt tot suikerwerk voor versiering N van koekjes en gebak E 174 zilver, gebruik beperkt tot likeur, oppervlaktelaag van N zoetwaren en versiering van chocolade E 175 goud, zie boven N E 180 litholrubine S
Voordat ik verder ben gegaan met de E nummers heb ik eerst Goede Waar en Co gebeld of
ik hun informatie mocht verwerken en dat mocht. Ik heb de informatie uit het boekje alle
Europese E nummers van Goede Waar en Co. Het is een handzaam boekje waar je ook een
kaart bij krijgt, ter grootte van een buskaart die je mee kunt nemen als je boodschappen gaat
doen en waar een aantal belangrijke E nummers op staan die met volgens de huidige kennis
als veilig beschouwd kunnen worden. Deze week wil ik de conserveermiddelen behandelen.
Conserveermiddelen zijn stoffen die de houdbaarheid van levensmiddelen verlengen, vergroten.
Wanneer je levensmiddelen langer opslaat heb je conserveermiddelen nodig omdat de kans op
voedselvergiftiging toe neemt. Als je iets invriest, wekt, verzuurd zoals zuurkool, zouten, roken
en pasteuriseert dan kun je zonder conserveermiddelen. De groep conserveermiddelen zijn
van E 200 tot en met E 252 en een aantal die geen E nummer hoeven te dragen.
E 200 sorbinezuur n E 202 kaliumsorbaat S E 203 calciumsorbaat S E 210 benzoëzuur n E 211 natriumbenzoaat S E 212 kaliumbenzoaat S E 213 calciumbezoaat S E 214 ethyl-p-hydroxybenzoaat S E 215 ethyl-p-hydroxybenzoaat natriumzout S E 216 propyl-p-hydroxybenzoaat S E 217 propyl-p-hydroxybenzoaat natriumzout S E 218 methyl-p-hydroxybenzoaat S E 219 methyl-p-hydroxybenzoaat natriumzout S E 220-E 228 sulfiet, hindert de opname van vit B1. Om die reden is sulfiet in tartaar verboden.In wijn van biologische druiven bevat de helft minder sulfiet dan gewone wijn. E 220 zwaveldioxide B n E 221 natriumsulfiet S E 222 natriumbisulfiet S E 223 natriummetabisulfiet S E 224 kaliummetabisulfiet B S E 226 calciumsulfiet S E 227 calciumbisulfiet S E 228 kaliumbisulfiet S E 230 difenyl, gebruik beperkt tot schillen van citrusfruit S E 231 orthofenylfenol , zie 230 S E 232 natriumorhtofenylfenol, zie 230 S E 234 nisine, antibioticum dat wordt geproduceerd door een G D N bacterie. Kan van natureaanwezig zijn in bepaalde kaassoorten. Kan via gentech gemaakt worden E 235 natamycine, antibioticum dat wordt geproduceerd door een G N bacterie. Gebruik beperkt tot kaaskorsten en worstenvellen. E 239 hexamethyleentetramine, gebruik beperkt tot Italiaanse S Provolone kaas. E 242 dimethyldicarbonaat Gebruik beperkt tot het ontsmetten van S frisdranken, waarna geen residuen achter mogen blijven. E 249 kaliumnitriet, gebruik beperkt tot bepaalde vleesproducten n E 250 natriumnitriet, gebruik zie 249 n E 251 natriumnitraat, gebruik zie 249 N n E 252 kaliumnitraat, gebruik beperkt tot kaas, foie gras en D N n bepaalde vissoorten
De volgende ingrediënten hebben dezelfde functie als de conserveermiddelen maar
hoeven geen E nummer te hebben.
Lacto- gebruik in melk dat bestemd is voor kaas D N peroxidase Lactoferrine D N Lacta- D N albumine Canalbumine D N Carnosolzuur uit rozemarijn, tijm, salie en oregano D N Eugenol plantenextract dat schimmelgroei remt N Glucanase N Carvon vluchtig zuur uit karwijzaad, wordt onder andere gebruikt als N kiemremmers bij biologische aardappelen Terpenen N Organische- N zuren Imazalil gebruik beperkt tot fungicide op kaaskorst
Voedingszuren zijn stoffen die de zuurtegraad van levensmiddelen verhogen en of er een zure
smaak aan geven. Ze versterken de werking van antioxidanten en conserveermiddelen.
En ze zorgen voor behoud van kleur.
De E nummers zijn van E 260 tot E 297 en van E 322- E 385
E 260 azijnzuur K N E 261 kaliumacetaat K S E 262 natriumacetaten K S E 262i natriumacetaat K S E 262ii natriumwaterstogacetaat K S E 263 calciumacetaat K S E 270 melkzuur, D melk- G- maïs en kan via gentech verkregen B D G worden K alleen rechtsdraaiend melkzuur mag gebruikt worden K N n E 280 propionzuur n E 281 natriumpropionaat S E 282 calciumpropionaat S E 283 kaliumpropionaat S E 284 conserveermiddelen dat alleen gebruikt wordt bij kaviaar n S E 285 conserveermiddelen dat alleen gebruikt wordt bij kaviaar n S E 290 kooldioxide B n E 296 appelzuur alleen rechtsdraaiend appelzuur mag gebruikt B K n worden E 297 fumaarzuur n